Een belevenis is altijd het rijden naar bestemmingen die ver weg zijn: klapbanden, vele stops en gemiddelde snelheden van 25km. Tegenwoordig zijn er gelukkig veel nieuwe tolwegen beschikbaar gekomen, maar er moet ook nog steeds veel lokaal gereden worden. Het lekkerst en goedkoopst ooit aten we eens toen we een pleisterplaats zochten met onze eigen bus en we er een vonden waar veel bijzonder eten werd geserveerd. Het werd allemaal vers bereid en steeds nieuw aangevoerd in grote bakken. Je kon opscheppen wat je wilde, veel bijzondere soorten groenten en aan het eind werd het opgenomen door een mevrouw met een opschrijfboekje. We waren met z’n tienen en sommigen haalden nog wat bij. Inclusief drinken (standaard ongezoete thee) moesten we afrekenen: €7! En we kregen ook nog een zak guava’s mee van de boom op het erf die net rijpe vruchten afleverde.
De grootste volksverhuizingen zijn er met feestdagen; de grootste na de vastentijd. Er zijn dan altijd van die horrorverhalen van ouders die hun kindje onderweg verliezen, omdat de achterpassagier (veelal de moeder) in slaap sukkelt tijdens de barre tocht en niet merkt dat het kind verdwenen is. Benzine kost hier ongeveer €0,60 ; het is recent verdubbeld in prijs, in stappen verhoogd en nu bijna op een ongesubsidieerd niveau, diesel hetzelfde. Je kunt in dorpjes overal benzine vanuit glazen literflessen kopen om je motor even bij te vullen, want volgooien doet haast niemand. Ook auto tanken doe je meestal voor een bepaald bedrag, dat op de pomp instelbaar is; alleen op een lange rit tank je ‘full’ (‘penuh’ begrijpen ze meestal niet, het Indonesische woord voor ‘vol’).
Om klanten te trekken hebben pomphouders van Pertamina, het staatsoliebedrijf, veelal vrouwelijk personeel aan de pomp in rode overals, met petje of hoofddoek. Je hebt ze ook in zwart-witte pakjes, wat het verschil is, weten we nog niet.
Op vrachtauto’s zitten vaak mensen, werkers in de laadbak of op het dak, maar ook schoolkinderen die als de scholen uitgaan massaal in een lege achterbak klimmen. Dat zie je gelukkig niet op de grotere wegen.
En tenslotte een voorbeeld van onvoorspelbare reistijden: naar het vliegveld rijden kost meestal 1,5 uur, we hebben ook wel 4 uur meegemaakt. Op een zondagochtend vroeg lukte het in 3 kwartier…
Een rit naar midden Java (Yogyakarta) van 700km duurt ongeveer 12 uur, maar we hebben er ook wel het dubele over gedaan. Passagiers zijn dan ook heel geduldig en klagen nooit; als er overgegeven moet worden, wordt dat meestal stilletjes gedaan in een zakje, zonder klagen. Er is eigenlijk geen prettiger en makkelijker passagier dan een Indonesische.