Het was 1958 of 1959. En de plaats van handelen is de schilderswijk in De Haag. Daar zit een bedrijf dat kampeerauto’s verhuurt. We zijn daar met z’n vieren. Hans is nog heel klein, waarschijnlijk in de luiers. En we zijn daar om te bekijken of het huren van een kampeerauto een optie is. Dat bedrijf verhuurt kampeerauto’s gemaakt op basis van een Renault-bus. Maar ze zien er erg shabby uit en zijn niet erg geavanceerd qua inrichting. Een “uitgewoond schip” is subtiele oordeel van mijn vader over deze kampeerauto. En weg zijn we.
Een tijdje later. Bert speelt voor de deur van het huis in de Sleedoornstraat. In die tijd stonden er niet zoveel auto’s in de straat geparkeerd. Op een goed moment komt er een auto de straat in gereden die stopt voor de deur. Het is een Citroën bus, een HY, rood en geel gespoten. Bert heeft pas na een “toet” in de gaten dat zijn vader er in zit. Hij snapt er niets van, want zijn vader rijdt toch altijd in een Renault 4? Maar Pa is helemaal opgetogen en hij legt snel uit dat dit de kampeerauto wordt. Bert kan het zich niet echt voorstellen. Maar Pa is in zo’n goede bui dat Bert zich realiseert dat dit toch wel een heel bijzonder moment moet zijn.
Onze Citroën HY, kort na de aankoop.
Wat was er gebeurt. Onze ouders hadden snel gezien, dat schone en goed ingerichte kampeerauto’s niet te huur en niet te koop waren. Maar kampeerauto’s zijn natuurlijk ideaal als je kleine kinderen hebt. En zo was het besluit gevallen er zelf een te bouwen! Maar dat begint het met het kopen van een auto. En die auto stond nu voor de deur. Een Citroën HY uit 1955. Het was een bestelwagen, afkomstig van “James Ruben”, destijds een grote auto-onderdelen leverancier in Den Haag. En zo begon het avontuur van onze kampeerauto!